De scheepsblokkade van Amsterdam
Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog vocht Amsterdam nog aan de kant van de Spanjaarden. De Watergeuzen wilden de stedelingen daarom dwarszitten.
Met een scheepsblokkade probeerden ze in 1572 om de haven van Amsterdam af te snijden van de handel over zee. Op het smalste deel van het IJ lieten de Watergeuzen scheepswrakken afzinken. De blokkade was geen succes. Een aantal wrakken dreef weg. In april 1573 werd een tweede poging ondernomen. Deze keer gebruikten ze ook grafzerken en brokstukken van de kerk van Schellingwoude. Deze blokkade hield het een paar maanden vol. Uiteindelijk slaagden de Spanjaarden erin om bij hoogwater door de blokkade heen te varen. Dit was de aanloop naar de Slag op de Zuiderzee. De Spanjaarden werden, tegen de verwachting in, in de pan gehakt en hun vlaggenschip werd veroverd. Dit moment vormde een ommekeer in de Tachtigjarige Oorlog. Onlangs vonden archeologen in het IJ nog resten van de scheepsblokkade terug.